Zeggende: [5]Beschadigt de aarde niet, noch de zee, noch de bomen, totdat wij [6]de dienstknechten onzes Gods zullen [7]verzegeld hebben [8]aan hun voorhoofden.
5. Grieks verongelijkt.
6. Dat is, de ware gelovigen en uitverkorenen van God, opdat zij met de anderen niet worden verleid; zie Matth.24:24.
7. Dat is, met een zegel als een merkteken getekend, opdat zij daardoor van andere onderscheiden zijnde, met die niet worden beschadigd. Deze tekening is de werking en versterking door den Heiligen Geest, waardoor zij tot kinderen Gods gesteld zijnde, tegen alle verleiding verzekerd worden. Zie Rom.8:15, enz.; 2 Kor.1:21,22; Ef.4:30; 2 Tim.2:19.
8. Hier wordt vooral gezien op hetgeen verhaald staat Ezech.9:4, en dit wordt ook bij gelijkenis gesproken, omdat eertijds de slaven aan hun voorhoofden getekend waren met de namen van hun heren, en de soldaten aan hun handen met de namen van hun oversten-kaptein; en deze tekening geschiedt op het voorhoofd, omdat die, hoewel zij vooral inwendig is, hun nochtans door hun belijdenis en vruchten voor een ieder openbaar maakt. Zie hierna hfdst.14 vs.1.